Beleid huishoudelijke hulp Bronckhorst en Montferland in strijd met de wet, zegt Jurist Wevers in de Gelderlander
Naar aanleiding van enkele verschrikkelijke ontwikkelingen in de gemeente Montferland en Bronckhorst, werd weer aandacht besteed aan de huishoudelijke verzorging van die gemeenten. Zo weigert de gemeente Bronckhorst om beschikkingen af te geven voor maatwerkvoorzieningen, waardoor cliënten geen kans krijgen om bezwaar in te dienen en om naar de rechter te gaan. Dit is uiteraard een schandelijke manier van handelen, kenmerkend voor Bronckhorst. Ook de gemeente Montferland heeft kennelijk niet veel geleerd van de gewonnen rechtszaken, aangespannen door Jurist Wevers, van 9 maart 2015. Hoewel huishoudelijke hulp nu wel vergoed wordt, blijkt achteraf dat slechts een deel wordt vergoed. Iedereen wordt namelijk standaard voor ongeveer 1/3 gekort en moet de rest maar bijkopen.
De handelswijze van zowel de gemeente Bronckhorst als de gemeente Montferland is in strijd met de wet, omdat overduidelijk geen maatwerk wordt geleverd. Jurist Wevers zal dan ook veel cliënten bijstaan om een wijziging in het beleid te forceren en om ervoor te zorgen dat de cliënten weer voldoende hulp krijgen. Een ieder in deze gemeente, of uiteraard in andere gemeenten, kan vanzelfsprekend een beroep doen op Jurist Wevers.
Voor het artikel in de Gelderlander, klik hier.
Omroep Gelderland en Tubantia over het advies van de bezwaarschriftencommissie Berkelland, n.a.v. bezwaar cliënt Jurist Wevers
Zoals bekend wordt er al een lange tijd gestreden in onder andere de gemeente Berkelland, tegen de stopzetting van de huishoudelijke verzorging. Inmiddels heeft de bezwaarschriftencommissie, bestaande uit drie onafhankelijke leden, de gemeente Berkelland geadviseerd. Zoals ik eigenlijk al maanden heb aangekondigd, onder andere in meerdere raadsvergaderingen en ingediende stukken, is de commissie van oordeel dat het beleid van de gemeente Berkelland in strijd is met de wet. Oftewel: alle cliënten in Berkelland die niet zelfredzaam zijn en huishoudelijke hulp nodig hebben, hebben daar recht op.
Dit betekent dat iedereen (behoudens fraudeurs) die bezwaar heeft ingediend, hetzij zelfstandig, hetzij door mij en de FNV, een positief advies van de bezwaarschriftencommissie kan verwachten. Ook iedereen die geen bezwaar heeft ingediend kan moed putten uit het advies en ik raad hen dan ook aan zo snel mogelijk contact op te nemen met de gemeente Berkelland om ook voor de periode na 1 januari 2016 hulp te vragen.
Het advies staat overigens niet op zichzelf. Ook de bezwaarschriftencommissie van de gemeente Lochem heeft het beleid van die gemeente, dat identiek is aan het beleid van de gemeente Berkelland, in strijd met de wet genoemd.
Omroep Gelderland heeft vandaag een artikel gewijd aan het nieuws met betrekking tot het advies, zie de volgende link: http://www.omroepgelderland.nl/…/Juristen-maken-gehakt-van-…
Ook de Tubantia heeft een stuk geschreven over het positieve advies voor mijn cliënte, zie de volgende link: http://www.tubantia.nl/…/juristen-kraken-zorgbeleid-berkell…
Indien beide gemeenten alsnog doorgaan met de stopzetting van de hulp, dan dient afgevraagd te worden welke gevolgen het willens en wetens overtreden van de wet dienen te hebben voor bestuurders en beleidsmedewerkers. In een democratische rechtsstaat mag verwacht worden van de volksvertegenwoordigers en andere ambtenaren dat zij de wet naleven, net als dat van elke andere burger wordt verwacht. Ik vrees echter dat het willens en wetens overtreden van de wet gewoon blijft doorgaan. Dat betekent echter ook dat de acties van de FNV, de huishoudelijke hulpen en de cliënten door blijven gaan, waarvoor mijn respect.
Rechtszaak tegen gemeente Duiven om de huishoudelijke hulp te behouden
Namens een cliënt zal mr. K. Wevers op zeer korte termijn de voorzieningenrechter vragen om een uitspraak te doen over het niet willen verlengen van de indicatie voor huishoudelijke hulp in de gemeente Duiven.
Het college van Duiven is van mening dat huishoudelijke verzorging zo normaal is (‘algemeen gebruikelijk’), dat een ieder dit zelf dient te betalen. Dat een cliënt dit niet kan betalen, moet hij of zij bewijzen door allerlei financiële data te overleggen. Een dergelijk vergaand financieel onderzoek is naar het oordeel van mr. Wevers niet toegestaan, want het kan niet zo zijn dat een Wmo-voorziening gelijk wordt gesteld aan een bijstandsaanvraag. Dit rijmt niet met de geest van de Wmo 2015, namelijk dat een ieder, rijk en arm, ondersteuning dient te krijgen. Dit om de beperkingen die hij of zij ondervindt te compenseren. Na een toegewezen indicatie bepaalt het Centraal Administratie Kantoor (CAK) hoe hoog de eigen bijdrage is en dan geldt hoe hoger het inkomen en het vermogen, hoe hoger de eigen bijdrage. Op die manier speelt het inkomen en vermogen van een hulpaanvrager alsnog een rol, waardoor de noodzaak voor gemeenten verdwijnt om aan inkomenspolitiek te doen. Door het besluit van het college zal de cliënt verstoten zijn van hulp, ondanks de grote noodzaak hiervan. Dat is dan ook de reden om de voorzieningenrechter te vragen om deze zaak in behandeling te nemen.
Ook De Gelderlander heeft aandacht geschonken aan deze zaak. Klik hier om het artikel te lezen.
Het stopzetten van de huishoudelijke verzorging komt voor de rechter op 24 februari 2015
Het stopzetten van de huishoudelijke verzorging komt voor de rechter op 24 februari 2015
De situatie in Montferland, in andere gemeenten en het juridisch verweer
Intro
Zoals bekend heeft de gemeente Montferland het beleid om geen nieuwe indicaties af te geven betreffende de huishoudelijke verzorging, omdat de eerste drie uur algemeen gebruikelijk zou zijn. Het gevolg hiervan is dat veel mensen sinds 1 januari 2015 zonder huishoudelijke verzorging zitten en in veel gevallen wordt deze hulp ook niet opgevangen door anderen. Twee cliënten van mij laten het er niet bij zitten en hebben om een voorlopige voorziening gevraagd bij de rechtbank te Arnhem, zodat met spoed de huishoudelijke verzorging alsnog toegekend wordt.
Huishoudelijke verzorging is één van de eerste en goedkoopste vormen van verzorging die nodig is om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. ‘Goedkoop?’, hoor ik u zeggen. Jazeker.
Door ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen komen zij niet terecht in verzorgingshuizen en dergelijke, wat een flinke besparing op de zorgkosten scheelt. Immers, verzorgingshuizen zijn veel duurder dan enkel het verlenen van huishoudelijke verzorging. Eén van de hoofddoelen van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) is om ervoor te zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen, of in de woorden van de wet zelf:
“de gemeente moet een plan maken dat erop is gericht om cliënten zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving te laten blijven (artikel 2.1.2 lid 3 sub a).”
Het beleid van de gemeente Montferland, alsmede het beleid van bijvoorbeeld Berkelland, Duiven en Lochem, is er juist op gericht om zorg te ontmoedigen en door het collectief afschaffen van huishoudelijke verzorging in de gemeente lijkt het plan dat de gemeente moet maken op grond van artikel 2.1.2 lid 3 sub a, juist gericht op het bereiken van het tegenovergestelde effect van wat de wet voorschrijft.
Het verdwijnen van de verzorging en rechtszekerheid
Wanneer de huishoudelijke verzorging verdwijnt, bestaat de kans op verwaarlozing en daarmee wordt ook de kans op ongevallen vergroot, hetzij door rondslingerende objecten, hetzij doordat mensen zelf proberen het huis op orde te krijgen. Een ongeluk zit in een klein hoekje en één van mijn cliënten is al lelijk ten val gekomen, iets minder dan anderhalve maand nadat de huishoudelijke verzorging stop werd gezet. Een spoedaanvraag voor huishoudelijke hulp werd vervolgens afgewezen, omdat ‘er reeds een onderzoek had plaatsgevonden’. De gemeente Montferland nam niet eens de moeite om te vragen of er veranderingen in de situatie waren opgetreden. De gemeente is overigens van mening dat meneer hulpbehoevend is, maar dat eventuele hulp zelf bekostigt moet worden. Huishoudelijke verzorging is immers naar de mening van vele gemeenten ‘algemeen gebruikelijk’. Juist, hulp die op 31 december 2014 nog niet algemeen gebruikelijk was, is een dag later op 1 januari 2015 wel algemeen gebruikelijk.
Veel mensen hebben een doorlopende indicatie en met het oog op de rechtszekerheid (je mag immers verwachten dat gemeenten een besluit naleven) moet de gemeente met een goed verhaal komen om een bestaand besluit te wijzigen. U kunt dus wellicht de verbazing voorstellen bij de mensen die te horen krijgen dat bijvoorbeeld hun indicatie tot en met eind 2016 per 1 april 2015 (of een andere datum, afhankelijk van de gemeente) wordt stopgezet. Indien u een vergunning heeft om met uw marktkraam op de markt te staan tot eind 2016 en vervolgens zegt de gemeente zonder nader overleg en zonder dat u iets verkeerds heeft gedaan ‘uw vergunning stopt per 1 april 2015’, dan klaagt u toch ook? Een ieder zou in een dergelijk geval toch stellen dat de gemeente zich aan de afspraak moet houden? Ga bij uzelf ten rade: wat als de gemeente zonder overleg uw vergunning of dergelijke zou wijzigen of intrekken, zou u dat toestaan? Vindt u dat normaal? Veel gemeenten vinden dat schijnbaar normaal en op grote schaal wordt dit beleid toegepast: het stopzetten van de huishoudelijke verzorging, zonder goed overleg en zonder dat de omstandigheden bij de hulpontvangers zijn veranderd. Integendeel, de omstandigheden verslechteren doorgaans vanwege de vele progressieve aandoeningen die er bestaan en de altijd vervelende ouderdomskwalen.
Algemeen gebruikelijk in de verordeningen
De gemeente Montferland alsmede de andere gemeenten die de huishoudelijke verzorging stopzetten verschuilen zich achter lange verordeningen, waarin staat dat de huishoudelijke hulp voortaan dus ‘algemeen gebruikelijk’ is. In de verordeningen is opgenomen dat voor iedereen voortaan de huishoudelijke verzorging algemeen gebruikelijk is en bij voorbaat staat de uitkomst van de beschikking dus eigenlijk al vast: huishoudelijke verzorging is bij gemeentelijke verordening uitgesloten van de Wmo. Wat zijn de keukentafelgesprekken dan nog waard, als bij voorbaat al bekend is hoe de beschikking zal luiden? Wat is het onderzoek dan nog waard? Is het überhaupt een onderzoek te noemen?
Ik hoop met de voorlopige voorziening van dinsdag 24 februari antwoord te krijgen op deze vragen. Indien de voorzieningenrechter bepaalt dat gemeenten inderdaad niet een categoriale stopzetting via een verordening kunnen regelen (zoals reeds bevestigd in de recente Dantumadeel uitspraak), komt er hopelijk meer druk te liggen bij gemeenten om niet bij voorbaat de huishoudelijke verzorging uit te sluiten van de Wmo-maatwerkvoorzieningen. De gemeenten verschuilen zich nu achter “maar we hebben een gesprek gevoerd”, maar wanneer je vervolgens de afwijzende beschikking bekijkt wordt wederom enkel verwezen naar de gemeentelijke verordening. De inhoud van de gesprekken lijkt niet mee te wegen bij de besluitvorming en dit dient de rechter af te keuren. De zorgbehoefte van een aanvrager moet doorslaggevend zijn en niet een zinnetje in de gemeentelijke verordening. De gemeente moet per geval zeer goed beoordelen of het wijzigen van een beschikking verantwoord en nodig is en bij nieuwe aanvragen dient de gemeente zeer goed te beoordelen in hoeverre er een zorgbehoefte bestaat en hoe deze opgevuld kan worden.
De positieve ervaringen
Sommige wmo-consulenten en andere indicatiestellers doen dit al, ook in de gemeenten waar de huishoudelijke verzorging stopgezet wordt. Hoewel ik van mening verschil met bijvoorbeeld de consulenten in Duiven, wordt in het geval van mijn cliënten voor een tijdelijke oplossing gekozen in afwachting van bijvoorbeeld de rechtszaken die dienen op 24 februari 2015. Daarnaast is in een ander geval de huishoudelijke verzorging tijdelijk uitgebreid, om de mantelzorger te ontlasten. Hoewel dit uiteraard tijdelijk is, geeft het wat ademruimte aan de zorgontvangers en daar ben ik dankbaar voor.
Ook in de gemeente Lochem is bij een cliënt van mij gekozen voor uitbreiding van de huishoudelijke verzorging en ontlasting van de mantelzorger, ondanks dat de gemeente had aangekondigd de hulp te zullen stopzetten. Ook in dit geval ben ik dankbaar.
Tot slot heeft een consulent goed werk verricht in de gemeente Berkelland. Hoewel er nog geen officieel besluit is, zal zij aan de gemeente adviseren om verzorging te blijven verlenen. Wederom dankbaarheid.
Helaas blijken dit uitzonderingen op de regel te zijn. Het beleid is en blijft vooralsnog dat de huishoudelijke verzorging als algemeen gebruikelijk wordt aangemerkt via een verordening en dat het aan de hulpaanvrager is om het tegendeel te bewijzen. Een omgekeerde bewijslast, de onderzoeksplicht ligt immers bij de gemeente. De gemeente moet een goed onderzoek verrichten en hier een schriftelijk rapport over opstellen en de hulpaanvrager moet uiteraard zijn medewerking aan dit onderzoek verlenen.
De medewerkers van gemeenten zullen mijn uitlatingen betwisten en dat is uiteraard ook de reden dat ik samen met mijn cliënten dinsdag voor de rechter sta. Terugkomend op het geding tegen Montferland speelt het volgende.
En weer naar Montferland en de rechtszaak
Montferland erkent dat er een zorgbehoefte bestaat, heeft vervolgens uren geïndiceerd, maar wijst tenslotte naar de algemene verordening. Hierin staat dat de eerste drie uur aan huishoudelijke verzorging algemeen gebruikelijk is. Het is verwonderlijk om te vernemen dat de hulp zonder nader onderzoek en motivering als algemeen gebruikelijk wordt aangemerkt. Het is aan de gemeente Montferland om aan te tonen waarom cliënt niet langer in aanmerking komt voor vergoeding van huishoudelijke verzorging en waarom in het geval van cliënt de eerste drie uur huishoudelijke verzorging algemeen gebruikelijk is. De gemeente heeft hier echter geen onderzoek naar gedaan en verwijst enkel naar de gemeentelijke verordeningen en adviezen. Uit zowel wetgeving als jurisprudentie blijkt dat dit onvoldoende is. Dit is zoals eerder vermeld ook ter sprake geweest in de Dantumadeel-uitspraak. Ik citeer:
“Een categoriale stopzetting, die dus alle burgers in een bepaalde gemeente treft, in verband met gewijzigd beleid en zonder na deugdelijk onderzoek rekening te houden met die omstandigheden, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet mogelijk.”
“Gesteld noch gebleken is dat de persoonlijke omstandigheden van verzoeker en zijn echtgenote nadien zijn verbeterd. Desondanks is de hh1 per 1 januari 2015 beëindigd. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder hiertoe, zonder nader onderzoek naar onder meer de mogelijke gevolgen van de beëindiging voor de gezondheid en het welbevinden van verzoeker en zijn echtgenote, per deze datum niet heeft kunnen en mogen overgaan.“
“De voorzieningenrechter stelt voorts vast dat de huishoudelijke hulp in het geval van verzoeker nooit eerder is aangemerkt als algemeen gebruikelijk. Indien en voor zover de huishoudelijke hulp algemeen gebruikelijk is dan wel als zodanig dient te worden aangemerkt, dan dient, gelet op vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), bijvoorbeeld de uitspraak van 17 november 2009 (ECLI:NL:CRVB:2009: BK5657), nader te worden beoordeeld of de huishoudelijke hulp in dit specifieke geval ook als voor de persoon als aanvrager algemeen gebruikelijk als bedoeld in artikel 1, negende lid, van de Verordening moet worden beschouwd.
Verweerder is hier, zonder nader onderzoek, op voorhand van uit gegaan. Gelet op de omvang van de voor verzoeker en zijn echtgenote noodzakelijke huishoudelijke hulp (welke door verweerder niet is bestreden) brengt dit echter onweersproken maandelijks dermate hoge kosten met zich, dat niet uit te sluiten is dat de huishoudelijke hulp naar de geldende maatschappelijke normen niet tot het gangbare gebruiks- dan wel bestedingspatroon van verzoeker en zijn echtgenote behoort.”
Uiteraard is de uitspraak veel herhaling van eerdere uitspraken, maar het geeft een mooi overzicht van hoe gemeenten niet mogen handelen. Het is spijtig om te zien dat ondanks deze uitspraak gemeenten hun eigen weg blijven volgen, wat betreft het afschaffen van de huishoudelijke verzorging. Om die reden wil ik afsluiten met enkele artikelen uit de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Allereerst dienen gemeenten te beseffen dat de huishoudelijke verzorging onderdeel is van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Zo zegt artikel 2.1.1 Wmo dat het gemeentebestuur zorg draagt voor de maatschappelijke ondersteuning en de kwaliteit en continuïteit van de voorzieningen. De gemeente moet een plan maken dat erop is gericht om cliënten zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving te laten blijven (artikel 2.1.2 lid 3 lid a) en het huidige beleid van de gemeente werkt dit doel tegen.
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter ondersteuning van zijn zelfredzaamheid en participatie, voor zover hij in verband met een beperking, chronische, psychische of psychosociale problemen niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit het sociale netwerk voldoende zelfredzaam is of in staat tot participatie (artikel 1.2.1 sub a). Daarnaast beslist het college tot verstrekking van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt. De maatwerkvoorziening levert een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven (artikel 2.3.5 lid 3).
Mr. K. Wevers
Juridisch adviseur bij Jurist Wevers
De twee zittingen vinden plaats op dinsdag 24 februari om 13:00 uur en 13:30 uur bij de rechtbank Gelderland aan de Walburgstraat 2-4 te Arnhem.
Foto door: G. Redgrave
Interview Jurist Wevers door de Stentor
De verrichtingen van Jurist Wevers blijven niet onopgemerkt. Naar aanleiding van de ingediende bezwaren en gestarte voorlopige voorzieningen nam De Stentor contact op om enkele vragen te stellen met betrekking tot de huishoudelijke hulp. U kunt het artikel hier bekijken.
Foto door: G. Redgrave
Juridische hulp bij de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Sinds 1 januari 2015 is de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ingegaan. Met deze wet is er veel veranderd op het gebied van zorg en hulp, onder andere doordat gemeenten veel meer taken en bevoegdheden hebben gekregen. De wet is nu echter een week van kracht en de problemen die er waren in 2014 zijn nog steeds niet opgelost. Gemeenten weten niet precies wat ze aan het doen zijn en dat zij in strijd met de inhoud van de wet handelen of nog erger: gemeenten kiezen er bewust voor om de wet niet correct na te leven. Het gevolg hiervan is dat duizenden zorgbehoeftigen niet de hulp krijgen waar zij recht op hebben, waarbij de grootste klappen vallen bij de mensen die huishoudelijke hulp nodig hebben.
Enkele gemeenten in mijn regio, te weten Berkelland, Duiven, Lochem en Montferland, stoppen met de huishoudelijke hulp of gebruiken kunstgrepen om de huishoudelijke hulp niet meer te hoeven betalen. In de gemeente Duiven moet je eerst al je spaargeld opmaken om huishoudelijke hulp te krijgen, alsof de Wmo een bijstandsvoorziening is. In de gemeente Montferland daarentegen moet je de eerste drie uur zelf betalen, wat al gauw neerkomt op een eigen bijdrage van zo’n €200,00 per maand. Ongelijkheid is het grootste effect van de Wmo 2015 tot nu toe. Zo kan het zijn dat jij in je eigen gemeente geen huishoudelijke hulp krijgt, maar dat de buurvrouw net over de gemeentelijke grens zowel hulp krijgt als vergoeding van die hulp.
Tijdens de informatieavonden in Berkelland, Duiven, Lochem en Montferland trad ik op als expert en het doel was om de doelgroep te informeren over de veranderingen in de zorg en de rechten en plichten van zowel gemeenten als zorgaanvragers. De tijd voor informatieavonden lijkt voorbij te zijn, maar dit betekent niet dat alle problemen zijn opgelost. Dit blijkt wel uit het bovenstaande. Een aantal mensen zijn reeds in actie gekomen en ik doe mijn best om hen te ondersteunen of namens hen de hulp aan te vragen. Ook u kan en wil ik graag helpen, zodat wij samen uw zorg kunnen regelen. Er is veel meer mogelijk dan u zelf denkt en zowel indien uw hulp reeds is afgelopen of over enkele maanden wordt stop gezet, het is van groot belang dat u zo snel mogelijk actie onderneemt of laat ondernemen. Zo kan ik namens u de hulp aanvragen, aanwezig zijn bij uw keukentafelgesprek en bezwaar- en beroepsschriften opstellen en indienen, waardoor u gedurende het gehele traject wordt ondersteund. Samengevat, ik help u bij:
– Het contact voeren met de gemeente
– Het aanvragen van huishoudelijke hulp / huishoudelijke verzorging
– Spoedaanvragen van huishoudelijke hulp / huishoudelijke verzorging
– Aanwezig zijn met het keukentafelgesprek
– Bezwaar tegen een afwijzende beschikking huishoudelijke hulp / huishoudelijke verzorging
– Een voorlopige voorziening (snelle uitspraak van de rechter) bij spoedeisende situaties
– Een eventuele rechtszaak
U kunt uiteraard contact opnemen om uw situatie en mogelijkheden te bespreken.
[contact_form]